Förderverein Großes Moor e.V.
 

Het transport, de oplossing van alle problemen.

 

Of men nu naar een andere planeet reist of naar Gifhorn, het transport is cruciaal. Er bestonden slechts enkele wegen in het moeras. Met de middelen van destijds was het aanleggen van wegen in het moeras erg moeilijk, want een ondergrond van turf kan men niet zwaar belasten. Door historische wegen, zoals de Stüder, Heudamm, de Westenbecker weg (Afb. 3 uit het jaar 1838) en de Bräutigamsweg werd het Grote Moeras ontsloten. Daarna was transport via de spoorbaan eenvoudiger.

Lichte sporen (Afb. 4) konden door twee mannen tot aan de afgravingen van destijds gelegd worden. Sporen van middelmatige sterkte werden gebruikt voor de continue in gebruik zijnde spoorwegen, zoals bijvoorbeeld langs de Knüppeldamm en de Dorpsstraat (Afb. 5) of langs de Strüder Heudamm. Dit was een veldspoor. Sinds 1 December 1900 ligt ten westen van Neudorf-Platendorf een spoorbaan met de standaard afmetingen van het Duitse Spoor (Afb. 6). Parallel hiernaast liep een soortgelijk spoor naast de Bräutigamsweg en het daarnaast liggende moeraskanaal en verbond via Triangel de dorpen Gifhorn, Braunschweig en Uelzen.


In het turfbedrijf van Wulfes werden twee locomotieven ingezet. 

In de laatste bedrijfsjaren werden alleen nog maar de in 1948 gebouwde Schöttler 994 locomotieven ingezet (Afb. 7). De niet originele opbouw van het voorste deel van de motor werd bestemd door de vervangende motor. De 11 PK één cilinder, luchtgekoelde Deutz motoren waren meer dan genoeg voor deze inzet. De tractie bestond uit 20 volgeladen wagons op vlak terrein. Door vandalisme (zand in de olietoevoer) werd men gedwongen het motorgedeelte en de tank met metalen platen te beschermen.

Het starten van de verdampingsmotor in Hatlapa (Afb. 8) (destijds in het familiebedrijf ook Moppel (dweil) genaamd) was niet eenvoudig. Men moest letten op de gloeilamp zekering, de gasklep, de decompressie hefboom, het compressiepunt en moest voorzichtig draaien aan de start crank. In de wintermaanden startte de met vloeistof gevulde één-zuiger motor slechts als hij met warm water uit een kan opgevuld werd. Dit water moest na het gebruik weer volledig verwijderd worden, om schade door vorst te vermijden. Diegenen die zich geen locomotief veroorloven konden waren op hondenkracht aangewezen (Afb. 9). Afb. 10 toont de vossenturf colonne van de firma L. Hornburg en Co. Uit het jaar 1903.



Links naar andere stations in het museum

<1>   <2>   <3>   <4>   <5>   <6>   <7>   <8>   <9>   <10>   <11>   <12>   <13>   <14>   <15>   <16>    <17>   <18>   <19>   <20>   <21>   <22>   <23>

 
 
 
 
E-Mail
Anruf
Karte
Infos